Door de eenzijdige ontwikkeling als winkelstraat lijkt de Hoofdstraat op veel winkelstraten elders, zoals Veenendaal, Ede . Ed benadrukt dat je gebruik moet maken van je eigen aardigheden en kwaliteiten om de Apeldoornse Hoofdstraat een eigen ‘merk’te laten zijn met een onderscheidend profiel. Volgens Ed biedt de ruimtelijke structuur voldoende kansen en mogelijkheden.
In de presentatie begint Ed met een plattegrond van de binnenstad uit 1838 waarin je ziet dat de Hoofd(Dorps) straat een breuk vertoont met de Deventerstraat. Bijzonder is dat de lengte van de Hoofdstraat 1,2 kilometer is waardoor je nooit één centrum kan bouwen, maar dat er centrumclusters ontstaan zijn.
Het jaar 1917 was een belangrijk jaar. B & W nam het besluit de Dorpsstraat voortaan Hoofdstraat te noemen. De reden was dat in dat jaar het terrein van J.C. Wils was aangekocht en K.C. van Nes de exploitatie en het verkavelingsplan Berg en Bosch ging maken. Met de komst van nieuwe bewoners in het chique Berg en Bosch werd de belangrijkste winkelstraat verheven tot Hoofdstraat met allure en op de oude foto’s van de Hoofdstraat prijken boven op de winkels nog vlaggemasten als eerbetoon aan de paleisstad! De oude foto’s laten ook de kwaliteit van de binnenstad zien, veel open groene ruimtes, mooie markiezen, detaillering in de gevels, winkels in het hogere segment zoals Bervoets, Simonis en Buunk.
Met betrekking tot de bebouwingstypologie tussen 1876 en 1917 zijn de oorspronkelijke woningen nog wel zichtbaar, alhoewel sommige in bouwvallige staat. Vanaf 1917 vond er een schaalsprong plaats (architect van de Belt) en zie je aaneengesloten gevels en in de wederopbouwperiode (1950) werden panden als de Bijenkorf (nu V & D) gebouwd. Het huidige pand waarin het Kruidvat zit,oorspronkelijk apotheek Roelse, heeft een typische moderne invulling gekregen .
De ontwikkeling van de Hoofdstraat laat zien dat de straat te lang was voor een samenhangend beeld. Op een overzichtskaart is in kleur te zien dat de ontwikkeling van de Hoofdstraat afhankelijk was van de ontwikkelingen van de stad, van een stationsplein, bushaltes, de aanloop uit de Asselsestraat. Per periode liggen investeringen op een eigen deel van de Hoofdstraat. De oorspronkelijke karakteristieken zijn versnipperd.
De diversiteit in de binnenstad is nu verdwenen, winkelfronten zijn onafhankelijk van de panden, de winkels zijn één doorgaande etalage geworden, er is functieverlies aan de randen en toegevoegd winkelvloeroppervlak met leegstand. De openbare ruimte wordt gebruikt voor opslag, reclame, afvalcontainers, strooifietsen, terwijl men liever terrassen ziet.
Een beeldreportage van stegen, gesloten poorten en dichtbebouwde zijtuinen nodigen volgens Ed van Gent uit tot plannen om ruimtes open te breken en sommige bebouwingen af te breken waardoor er toegang ontstaat naar fantastische achtertuinen en binnenplaatsen, een verborgen kwaliteit van de binnenstad, toegang naar de Dorpsbeek etc. Ed van Gent spiegelt ons voor dat door de openheid weer toegang tot de bovenwoningen mogelijk is waardoor je de begane grond weer samenbrengt met het bovengedeelte. Als belangrijkste kansplekken noemt van Gent het zwembad en de beek, de Bakersteeg in verbinding met de Kapelstraat, het vergroenen van de Markstraat, sloop van het pand van Ulla Popken waardoor er een verbinding met de doopsgezinde kerk achter ontstaat. Hoe opener de verbindingen en hoe meer toegang tot achtererven hoe meer winkelen een beleving wordt!
Van Gent somt een belangrijk ‘to do’ lijst op:
- Ruime je rommel op
- Zorg voor toegevoegde waarden, verblijven, schoonheid en beleving
- Maak gebruik van de eigenheid van Apeldoorn
- Zie de binnenstad als één recreatiepark gericht op funschoppen
- Biedt samenhang tussen de locaties
- Werk samen om woningen en gebieden te ontsluiten
- Breng de woonfuncties terug
- Zorg voor diversiteit
Tijdens het debat was er veel steun voor een slagvaardige aanpak, waarbij als belangrijkste suggestie werd meegegeven dat er meer dwang op eigenaren van een aantal winkels moet worden uitgeoefend mee te werken aan een opknapbeurt en gelijktijdig meer vrijheid toe te staan in het bestemmingsplan(architect Ronald Plug). Architect Huub Thomas stelde voor dat de gemeente een actievere rol moet vervullen en ruilverkaveling zou moeten stimuleren.
Het debat eindigde met een aantal aanbevelingen: het concentreren van winkelfuncties, het slopen wat lelijk en niet functioneel is, het opschonen van tussenruimtes, het terugbrengen van groene ruimtes in het centrum, het creëren van verborgen plekken, het hervestigen van winkel in lege panden, de branchering afstemmen op de stedelijke omgeving en het organiseren van een prijsvraag voor de zijgangen.
Bouwhuis organiseert samen met de SAM in de maand mei onder leiding van stedenbouwkundige Ed van Gent en architect Huub Thomas een wandeling door de binnenstad langs alle plekken die vragen om een stedenbouwkundige ingreep.