Hoogbouwdebat Bouwhuis 13 december 2022: balanceren tussen hoop en vrees
Onder grote belangstelling werden dinsdagavond 13 december in het ACEC-gebouw de nieuwe ruimtelijke hoogbouwplannen van de gemeente Apeldoorn gepresenteerd door Jaap Gräber, die verantwoordelijk is voor het gemeentelijk ontwerp van de stedenbouw in de binnenstad.
Hij hield een betoog over de uitvoerbaarheid van 7000 nieuwe woningen in Apeldoorn in de komende tien jaar: 80 % betaalbare woningen in woontorens met groene tussenruimtes.
Een woningbehoefteonderzoek kwam helaas niet ter sprake. De indruk werd gewekt dat het leek te gaan om zo snel mogelijk veel woningen te bouwen volgens de ministeriële opdracht.
Hoewel de stemming bij het publiek aanvankelijk verwachtingsvol was – gaat Apeldoorn wel of niet kiezen voor hoogbouw– ontstond er in de loop van het debat steeds meer kritiek vanuit planologische, stedenbouwkundige en landschappelijk hoek. De beoogde aanleg van een stadspark door de binnenstad en de verdere vergroening was nauwelijks waar te nemen in de schetsplannen van Veldhuis, het Activerium en de Orangerie. Er was twijfel over voldoende ruimte voor een voetbalveldje, en wie de vergroening gaat financieren. Ontwikkelaar of de gemeente?
De ervaring heeft geleerd dat getekende groene gevels vaak worden wegbezuinigd, was de mening van landschapsarchitect Tim Kort. Planoloog Cristien Bensink: het gepresenteerde plan voor Veldhuis nodigt totaal niet uit om daar te verblijven, er ontbreekt programma.
Oud-hoofd stedenbouw Albert Fien huiverde bij de anonieme, lukraak rondgestrooide hoge gebouwen met een winderig kwetsbaar maaiveld zonder respect en gevoel voor de bestaande kwaliteiten. Hij ziet het plan voor Veldhuis als een ‘onhaalbare illusie’ en verwijst naar de mislukking van het Centrum en Cityplan uit de jaren 60. Hij pleitte voor een afgestemde mix van gelijkwaardig oud en nieuw, een geleidelijke aanpak die zich bij veranderende omstandigheden goed laat bijsturen. Hij noemt Saxion Veldhuis als mooi voorbeeld, maar ook hoe het Havenkwartier in Deventer met behulp van vele particuliere opdrachtgevers geleidelijk is ontwikkeld.
In een open brief van voormalig rijksbouwmeester Floris Alkemade aan de vakgemeenschap noemt hij het getal van een miljoen woningen onzinnig. Tevens beweert Alkemade dat de langjarige aannames om het woningtekort in te schatten gebaseerd zijn op achterhaalde feiten. De opgave is om te werken vanuit het besef dat de woningvraag allereerst een sociaal maatschappelijke vraag is en dat niet het aantal nieuwbouwwoningen het uitgangspunt van het denken moet vormen, maar de kwaliteit van leven in de bestaande woningen.